De coupé is iconisch voor de 911 serie. Ongeacht uit welk bouwjaar de 911 komt die je bekijkt, de karakteristieke lijnvoering en details zijn altijd herkenbaar, zelfs van grote afstand.
In de beginfase (tot 1967) was de 911 de enige auto in het programma van Porsche, die zelf de dichte versie nooit coupé heeft genoemd(!) en was een verdere naam overbodig. De open versies kregen de toevoeging targa en cabriolet in de typenaam om het onderscheid te maken, maar de ‘coupé’ is altijd 911 genoemd.
Van de gewone 911 zijn de meeste carrosserievarianten gemaakt. Per model (generatie) zijn varianten geproduceerd die vooral in breedte verschillend waren. In de eerste serie kregen de sterkere auto’s (911 S) bredere wielkasten achter. De turbo’s waren nog weer breder en voorzien van een karakteristieke spoiler en zo voort.
In de laatste generaties van modellen bestonden veel verschillende carrosserieën:
– Carrera 2: 1808 mm breed
– Carrera 4, GTS, Turbo en GT3: 44 mm breder
– GT3 RS, Turbo S: 72 mm breder
In schaal 1:43 zijn deze verschillen vaak niet waarneembaar!
De turbo-varianten zijn gebaseerd op de carrosserie van de coupé, maar hebben altijd een bijzondere plaats in het programma van Porsche ingenomen. Zeker in de jaren 70 en 80 toen de turbo te herkennen was aan zijn enorme achterspoiler.